Voorheen heerste vooral de overtuiging dat zuivel noodzakelijk was voor het ontwikkelen van, en behoud van sterke botten. Tegenwoordig wordt zuivel vooral verkocht als een onmisbare bron voor eiwitten. Aan de andere kant wordt ook weleens negatief gesproken over zuivelgebruik in relatie tot gezondheid, om niet te beginnen over ethische overtuigingen en de belastende factor voor ons milieu. Wat verstaan we onder zuivel en wat is de werking op het lichaam?
Zuivel is de algemene naam voor uit rauwe melk bereide producten. De melk is uitgescheiden door de melkklieren van zoogdieren. Melk wordt geproduceerd door de moeder voor de zuigeling. In de westerse wereld (met name Europa) wordt vooral de melk van koeien, schapen, geiten en buffels gebruikt. Qua voedingswaarden bevatten zuivelproducten eiwitten, vetten, in vet oplosbare vitaminen en mineralen. Calcium is het mineraal dat hier in hogere concentraties voorkomt dan andere calcium-rijke voedingsmiddelen. Mogelijk is dit ook de oorzaak dat men vreest voor een calcium tekort wanneer zuivel niet veel in het dieet voorkomt.
Gezond of ongezond?
Of zuivel gezond is voor jou hangt af van een aantal factoren. Houdt rekening met:
We zijn van origine niet in staat om na de borstvoeding nog lactose te kunnen verwerken. Dit komt doordat tijdens de borstvoeding het lichaam lactase aanmaakt, dit is een enzym dat de afbraak van lactose ondersteund. Bij de afwezigheid van lactase, kan lactose niet goed verwerkt worden en hierdoor klachten opleveren. Door genetische veranderingen maken sommige groepen mensen wel gedurende hun hele leven lactase aan, dit betekent dat het lichaam lactose kan tolereren, maar dit zegt verder niet per definitie iets over de meerwaarde van het product voor onze gezondheid.
Afhankelijk van de bron kan er best wat verschil zitten in de voedingswaarden. Met name zuivel van koeien is minder geschikt voor ons. Zuivel van een koe is namelijk weer anders dan zuivel van een schaap of geit bijvoorbeeld. Tijdens het verwerkingsproces van koemelk worden technieken toegepast die de chemische samenstelling van het product veranderen. Dit maakt het moeilijker om koemelk te verwerken en komt in mindere mate voor bij geiten en schapen zuivel. Belastende stoffen komen afhankelijk van het soort zuivel in verschillende hoeveelheden voor. Caseïne is een voorbeeld van een stof die niet zo goed is voor je gezondheid.
Caseïne is een eiwit dat onder andere exorfinen* bevat en een slijmlaag achter kan laten in de darmen. Het is moeilijk te verteren en kan daardoor een ontstekingsreactie in het lichaam veroorzaken.
**Exorfinen zijn opiaat-achtige stoffen die in hogere concentraties voorkomen in genetisch gemanipuleerd/bewerkt voedsel
Naast lactose en caseïne, bevat melk ook groeihormonen. Dit komt doordat melk eigenlijk gemaakt is voor zuigelingen. Zuigelingen moeten in korte tijd veel groeien en voldoende binnenkrijgen. Dit betekent dat melk, stoffen bevat die groei stimuleren. Dit is niet altijd positief, bepaalde groeihormonen worden in verband gebracht met de groei van kankerweefsel. Daarbij bevat zuivel een suikermolecuul dat -wanneer je er te veel van binnenkrijgt- in combinatie met andere leefstijl factoren in verband wordt gebracht met auto-immuunziekten.
Zuivel is niet per definitie alleen maar ongezond. De vorm waarin je zuivel neemt kan zorgen voor verschillende effecten op het lichaam. Zo verschilt zuivel van de koe bijvoorbeeld sterk van de zuivel van een geit (niet alleen samenstelling, ook de smaak is natuurlijk anders). Daarbij kan je ook onderscheid maken door het verwerkingsproces dat zuivel heeft doorstaan, bijvoorbeeld fermentatie. Denk hierbij aan yoghurt, kwark, kefir of kaas. Tijdens het fermentatieproces neemt het lactose gehalte af (dit maakt het makkelijker om zuivel te verwerken) en ontstaan er andere bacteriën die een gunstige werking kunnen hebben op de werking van de spijsvertering. Zuivel bevat naast relatief hoge hoeveelheden eiwitten ook micronutriënten als: vitamine B12, B2 en calcium.
Dus; zuivel heeft gunstige stoffen, maar ook minder gunstige stoffen. Vooral van invloed hier is de kwaliteit van het product. Gezonde dieren met een stressvrij leven, leveren producten met meer voedingsstoffen. Hierbij kan je dus onder andere rekening houden met:
In het kort: kwalitatief goede zuivel kan goede stoffen bevatten. Jouw lichaam moet deze stoffen echter wel kunnen verwerken en dat heeft vooral te maken met de werking van de spijsvertering. Ben je niet goed in staat om zuivel te verteren, dan maakt dit het nog lastiger om de goede stoffen op te nemen.
Gebruik je zuivel met als uitgangspunt om te voldoen aan bepaalde voedingsstoffen zoals vitamine B12, B6, eiwitten en calcium, dan kan je misschien beter kijken naar andere voedingsmiddelen die deze voedingsstoffen bevatten. Er zijn genoeg alternatieven die ervoor zorgen dat je voldoende eiwitten binnenkrijgt. Denk bijvoorbeeld bonen, peulvruchten, noten & zaden. Vitamine B12 vind je terug in vlees, vis en ei. Daarnaast zijn er tegenwoordig ook veel plantaardige alternatieven voor zuivel, zoals bijvoorbeeld havermelk of kokosyoghurt. Probeer zoveel mogelijk te variëren, dit voorkomt een eenzijdig eetpatroon.
Alleen voor kinderen is moedermelk noodzakelijk voor de gezondheid. Als volwassene heb je geen zuivel nodig in je vaste eetpatroon. De kans dat je rauwe zuivel goed kan verteren is niet heel groot, daarom kan je beter voor andere alternatieven kiezen om te voldoen aan je voedingsstoffen. Tegelijkertijd zorgt dit voor minder stress op je systeem. Wil je toch graag zuivelproducten eten, besteed dan aandacht aan de kwaliteit van het product en kies idealiter eerder gefermenteerde zuivelproducten.